Op de schouders van reuzen
In de roddelbladen speculeert men flink over de reden waarom ik minder ben gaan schrijven. Een vlugge blik in deze verhalen leert mij dat ik in een afkick-kliniek zit, dat ik de Britse koningin gezegd heb niet langer deel uit te willen maken van de koninklijke familie of dat ik als getuige midden in een impeachment-procedure zit te wachten tot ik opgeroepen word. Buiten dat ik inderdaad geen lid ben van het Britse koningshuis, heeft mijn radio-stilte vooral te maken met drukte. Zó druk, dat ik er zelfs geen tijd voor heb om over te schrijven. Het woord druk zelf is al te lang, en heb ik afgekort naar pff als iemand vraagt hoe het gaat. Wel zo efficiënt.
Afgelopen september ben ik begonnen met mijn opleiding tot HBO-Verpleegkundige. Dat betekent voor mij dat ik vanaf aankomende maandag na ruim 4,5 jaar naar een andere locatie ga voor één jaar. En dat valt mij best zwaar. Ik heb het gevoel alsof ik tijdens een maaltijd de tafel verlaat om veel later weer aan te schuiven. Iedereen zal ongetwijfeld zijn bord met smaak leeg eten, ook zonder mij. Wat ik zal missen is vooral het gezelschap aan tafel, plus een hoop voedingsstoffen. Het zal even gezellig zijn als ik terug aan tafel kom, maar bij een belangrijk deel ben ik niet aanwezig geweest.
Ik heb met het volledige team geluncht deze week, en ik kreeg zomaar de ruimte om een verhaaltje te vertellen. Dat ze gedurende de tien minuten dat ik sprak stil en aandachtig luisterde was redelijk uniek. Als ik dit had geweten had ik misschien vaker of in ieder geval eerder dit zo gedaan. Mijn toespraak(je) staat hieronder, met een paar kleine aanpassingen.
Lieve, Lieve collega’s,
Ik zal geen afscheid van jullie nemen. Afscheid is definitief, best wel absoluut en weg lopen en de deur dicht doen om vervolgens terug te komen omdat je sleutels nog op tafel liggen is gewoon knullig.

Isaac Newton uit 1643 kennen jullie natuurlijk als de bekende wiskundige en natuurkundige. Ik noem maar de natuurwetten van Newton, en jullie weten over wie ik het heb. Voor de leken (en ik hoor hier zelf bij, heb dit op moeten zoeken) zijn dit allerlei natuurlijke wetmatigheden die destijds voor flink wat opschudding hebben gezorgd. Zo heeft deze chef iets simpels als zwaartekracht in wetmatigheden weten uit te drukken, en weten we nu met hoeveel kracht iets op de grond komt, afhankelijk van het gewicht, als ik het in elk geval goed begrepen heb.
Newton baseerde zijn werk voornamelijk op zijn voorgangers en tijdsgenoten, en was hier ook open over. Zo schreef hij ooit een vriend dat als het zo was dat hij verder had gekeken binnen de natuurkunde, dit kwam doordat hij stond op de schouders van reuzen, waar hij o.a. Descartes en Galileo Galilei mee bedoelde.
Je vraagt je af waar ik heen wil met dit verhaal. Je verwacht een mooi stuk tekst over afscheid en terugkeer, leuke anekdotes over mijn tijd op onze woning of van warrige uitspraken van onze bewoners of van jullie zelf. Een lezing over een of andere natuurkundige uit de late renaissance is nauwelijks inspirerend, maar vooral verwarrend.
Maar de uitspraak over het staan op de schouders van reuzen is voor mij een erg doeltreffende uitspraak gebleven, wanneer ik terugkijk op mijn tijd op onze woning. Newton gaf openlijk toe tot niets te zijn gekomen, zonder het werk van zijn voorgangers en tijdsgenoten. Natuurlijk had hij het e.e.a. ontdekt, beschreven en in wiskundige formules vast weten te leggen, maar als het niet was voor de mensen voor hem en de mensen om hem heen, had hij niets kunnen bereiken. En dat gaf hij zomaar toe, ook. Onwetend was Newton toen ook, dat juist zijn werk de inspiratie was voor het werk van Albert Einstein en Stephen Hawking, om maar wat simpele zielen te noemen. Ook zij hadden nooit de ontdekkingen en onthullingen kunnen doen, zonder de werken van hun voorgangers. Een iPhone zou er ook nooit geweest zijn als Bell niet ooit het beginsel had gemaakt wat wij nu een telefoon noemen. Het gaat hierom erkenning daar waar die toebehoord, nederigheid waar het geboden is en oprechtheid en authenticiteit wanneer je deze zaken uitspreekt.
In juli 2015 kwam ik als een raar maar goed gekleed eigenwijs mannetje op onze woning. Ik werd drie avonden ingewerkt door enkelen van jullie en toen vond men het wel welletjes en moest ik het zelf maar rooien. Aankomende vrijdag is mijn laatste dienst.
Ik kijk terug op 4,5 jaar van een enorme groei. Als hulpverlener, als verpleegkundige, als mens. Ik heb een huis gekocht, mijn bestaan redelijk op orde gebracht en in April verwachten wij onze dochter, jullie kleinkind. Ik had al deze stappen niet zomaar kunnen nemen, zonder de stabiliteit die mijn plek op onze woning geboden heeft. Dit klinkt als veel eer, en dat is het ook. Ik denk trouwens wel dat als ik deze stappen niet had genomen, mijn vriendin die wel genomen zou hebben en ik erachteraan gesukkeld had.
Jullie zijn mijn vrienden. En zoals Newton binnen de intimiteit van zijn vriendschap toegeeft geen groot natuurkundige te zijn geweest zonder de mensen om hem heen, kan ik datzelfde stellen: dat ik nooit zo een goede verpleegkundige was geweest zonder de aanwezigheid en steun van jullie. Het zijn jullie schouders waarop ik stond en mij als verpleegkundige verder ontwikkelde. Kleine tips, feedback, sturing waar nodig, complimentjes en kleine daden van collegialiteit die soms zelfs in eerste instantie onopgemerkt bleven. Want zo gaat dat binnen vriendschap: niet gepland, altijd spontaan en vaak per ongeluk toonden jullie hoe erg jullie op mij gesteld waren. Het spijt me, als het zo is dat ik dit niet altijd goed door had. Ik probeerde het vooral ook voor jullie te doen, met gestrekte benen conflicten aangaan met wie dan ook zodra ik meende te zien dat ze jullie het moeilijk maakte, diensten overnemen wanneer het jullie tegenzat, en heb mijn best gedaan jullie zoveel mogelijk aan te sporen dingen zelf te ondernemen. En kijk nu: jullie houden zelf jullie ECD’s bij, voeren familiegesprekken en leren benaderingswijze uit intervisiemomenten. Het doet pijn, heel veel pijn, maar ik kan met een gerust hart de woning een jaar achter laten om in hetzelfde warme team terug te keren als hetzelfde rare maar goed geklede eigenwijze mannetje die denkt dat hij alles al weet.